zaterdag 20 november 2010

VIA ?!

“Via”, de eindconclusie.

Woordjes, wetjes, wetenswaardigheidjes;

Zijn de abstracties waarmee VIA het en binnen de systematiek van het bestuur van ons land internationaal, nationaal, lokaal, en ook tot in de haarvaten van het persoonlijke initiatief van de Nederlander, de systematisch geselecteerde necrofiele karakters van de vertegenwoordigers van zulk bestuur hun necrofiele interpretaties van menselijkheid, menswaardigheid, solidaire rechtvaardigheid op de aan hen ondergeschikten, afhankelijken door de systematiek van de georganiseerde “Rechtstaat”, mensen die vrijheid hoog in hun prioriteiten lijst hebben, opleggen. Woordjes, wetjes, wetenswaardigheidjes, zijn niet de weg VIA waarlangs het kleptocratische stelen van die bestuurders in alle sectoren van de “samenleving” (kleptocratie!) gestopt gaat worden. Alleen daden maken het verschil tussen de voortgang en verheviging van dat stelen of het stoppen ervan. Alleen VIA eigenrichting is het VIA het neo-liberale hernieuwde uitbuiten van de productieve mens te weerstaan. Waarvan akte, uiteindelijk.

Want tegen zulk een necrofiele nazi-mentaliteit als bestuur is een redelijke gematigde (re)actie gedoemd te mislukken zo blijkt. Als het dan perse zo moet en niet anders kan dan zullen andere Rechtbanken er hun zittingen aan moeten wijden. Straf-rechtbanken. Want geen normaal fatsoenlijk mens kan nog begrijpen wat er met de bijzondere omstandigheden die een afwijking van het uitgangspunt van de artikelen 43 en 44 van de WWB rechtvaardigen bedoeld wordt (4.2.). Dat je gedwongen bent geworden om klaagschrift, rechts en beroepszaken aan te spannen om je recht te verkrijgen wanneer dat is verkracht, en moet wachten tot deze tot een eindbeslissing komen (en je geacht wordt tot dan geen stappen te ondernemen die de rechtsgang ervan beïnvloedt) is geen bijzondere omstandigheid? Of moet het dan zijn het stelen van de burger zonder dat die daartegen (nog) een verweer heeft? In ieder geval dus wel of dus niet VIA een Rechtbank, het is maar wat wordt bedoeld met de bijzondere omstandigheid daarvan. Van tweeën niks dus omdat het maar een “VIA” dooddoener is? Je mag dus alleen hopen niet al te zwaar gestraft te worden, op elk moment in je leven VIA wat dan ook waar altijd wel een woordje, wetje, wetenswaardigheidje voor te verzinnen is? Altijd?

Die angst zou moeten regeren? In mijn leven nooit! Voor ploerten zwicht ik niet...!!!


En dan een paar citaten uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, meervoudige kamer op het hoger beroep van J. van Dissel, wonende te Lelystad (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 25 maart 2009, 08/1182 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad (hierna: College). Datum uitspraak: 16 november 2010

Ja het staat er echt allemaal zo. Als ik het in zijn geheel kon scannen, copyen en pasten dan deed ik dat. Maar helaas laat mijn scanner en PC dat niet toe. Heb echt een halve dag en een hele nacht alles geprobeerd, maar wellicht lukt het me een keer want zou graag het hele document integraal overnemen.

“4.2. De Raad ziet, onder verwijzing naar zijn uitspraak van 23 maart 2010, LJN BM0861, in het onderhavige geschil aanleiding onderscheid te maken in verschillende periodes vanwege het verschil in toetsingskader bij die te onderscheiden periodes. Voor de periodes waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden ligt het op de weg van de aanvrager nieuwe feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 4:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan te voeren op grond waarvan er voor het bestuursorgaan aanleiding moet zijn op zijn eerdere besluitvorming terug te komen. Voor de periodes waarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden en die liggen voor de datum van aanvraag/melding bij het CWI, wordt volgens vaste rechtspraak inzake toepassing van de artikelen 43 en 44 van de WWB in beginsel geen bijstand verleend. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken wanneer bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen.”

Hier staat in feite dat een bestuurder altijd gelijk heeft en elke maatregel mag nemen die hem het beste uitkomt. Uiteraard in naam van het College.

Mijn probleem was de door de gemeente gecreëerde onbereikbaarheid. Ze sturen je gewoon weg, desnoods met behulp van een opgeroepen politieagent. Wat mij ook al een keer is overkomen. Maar bewijs al die keren dat je onverrichter zaken weer op straat staat maar eens.

“III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.”

Let op hoe ook de algemene opinie er over denkt. En waartoe zulk een bestuursbeleid kan leiden en dat ook doet. En lees de reactie van H. Timmermans op mijn inslaan van de ramen van het stadhuis goed. En lees deze blog over mijn 'snel' woedend worden 'als klant van de staat'. Wat denken ze wel.



   Illustratie Lobke van AarIllustratie Lobke van Aar

Een klant van de staat wordt snel woedend

Gepubliceerd: 20 september 2008 14:15 | Gewijzigd: 26 maart 2010 15:42

Door burgers structureel als klant te benaderen, wekken ambtenaren de indruk dat burgers zich ook als klant kunnen gedragen. En dat doen zij dan ook.

Door Steven de Jong

Indien u een bezoek brengt aan de balies van de gemeentewinkel, wordt u binnen twintig minuten geholpen.’ ‘Als een termijn niet wordt gehaald, is afgesproken dat de burger een genoegdoening krijgt in de vorm van een geschenkenbon dan wel een bos bloemen.’
Het bestaan van dit soort teksten, afkomstig uit gemeentelijke folders, zal u niet verbazen. Immers, de klantgerichtheid van de overheid is overal. Wandel een willekeurig gemeentehuis in en u wordt aangesproken als klant. Op informatieborden, in brochures, op het ticket met uw volgnummer. De uitkeringsgerechtigde is tegenwoordig klant van de sociale dienst, de hulpbehoevende een klant van de zorgverlener, en de snelheidsovertreder een klant van het Justitieel Incassobureau.
Prima toch, die klantgerichtheid? Helaas niet. Door burgers structureel als klant te benaderen, wekken ambtenaren de indruk dat burgers zich ook als klant kunnen gedragen. En dat doen zij dan ook. Burgers gedragen zich aan het overheidsloket alsof ze een flatscreen bij de Mediamarkt komen uitzoeken. Die parallel stopt echter abrupt zodra de ware aard van de overheid en haar dienaren duidelijk wordt: het behartigen van het collectieve belang.
De gewekte verwachtingen stroken dus niet met de werkelijkheid. Gevolg: woede bij de burger. Veel woede. In 2006 sloeg een man met een moker tientallen ruiten van het stadhuis van Lelystad aan diggelen. Hij had een conflict met de gemeente. Dit jaar, in juni, gijzelde een bewapende café-eigenaar uit Almelo een wethouder uit onvrede met het gemeentelijk besluit zijn café te sluiten. En eerder deze maand bewerkte een man in het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) van Delft computers, bureaus en deuren. Met een bijl.
Deze woede staat niet op zich. Zij hangt in elk geval deels samen met de boodschap van de overheid: de burger is koning. De overheid is dus het slachtoffer van haar eigen klantgerichtheid. Om dat boemerangeffect aan te tonen, heb ik een kleine twee jaar geleden een website opgericht waarop ambtenaren hun klachten over de verworden burger kunnen melden: lastvandeburger.nl. De prognose was dat uit de klachten zou blijken dat burgers er te veel van uitgaan dat zij klant dus koning zijn. In totaal kwamen er 64 boze brieven van ambtenaren binnen. Bijna eenderde kwalificeerde de burger als onverantwoordelijk (burger sluit ogen voor eigen aandeel in probleem), bijna eenvijfde beschouwde de burger als egoïstisch (burger bekommert zich niet om publieke zaak) en ruim 15 procent stoorde zich aan de onbeschofte burger (schelden, schreeuwen, geen respect, gemene grappen).
Reacties van burgers op de ambtenarenklachten stroomden binnen. In een maand tijd, tussen 10 oktober en 9 november 2006, kwamen liefst 1.717 reacties binnen op de site. Ontelbaar waren de bijdragen waarin burgers op grove wijze lieten weten dat zij als belastingbetaler op hun wenken bediend moeten worden. ‘U moet mijn algemeen belang behartigen’, dat is ongeveer het democratisch besef van de moderne Nederlander.
Een brief van een medewerker van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) zorgde voor de grootste beroering. De medewerker waagde in onomwonden taal te stellen dat de burger geen klant is. „De overheid is geen organisatie die klanten moet bedienen”, schreef de ambtenaar, „de overheid is er voor het algemeen nut en niet voor u als burger. Dat is een wezenlijk verschil tussen publieke en private organisaties.” De CWI’er deed een zwaar beroep op zijn lezers. „Burgers moeten zich weer als burgers gaan gedragen. Om de rechten en verworvenheden in stand te houden, zal de burger zich niet alleen aan de plichten moeten houden, hij zal ook een inspanning moeten verrichten om deze rechten in stand te houden.”
Meer dan driekwart van de websitebezoekers verwierp het standpunt van de ambtenaar. De reacties, 159 stuks, logen er niet om. „Als ambtenaar werk je ten dienste van de gemeenschap en als zodanig zul je dus ook met ieder lid van die gemeenschap rekening dienen te houden”, reageert ‘Joey’. En daarom, zo vervolgt hij, „moet je de mensen wel als klant behandelen. De klant is in beginsel koning.” ‘Whitedog’ doet er een schep bovenop: „Nee, de burger is geen klant, maar is uw werkgever!” Deze stelling krijgt onder de bezoekers opmerkelijk veel bijval, „want wij betalen de ambtenaren”.
De uit de hand gelopen discussie werd voor de ambtenaar reden om zijn naam en werkgever te laten anonimiseren. Een handeling die nog woedender reacties losmaakte.
Niet alle gemeenten en andere overheidsinstanties stonden te springen om hun frustraties met de burgers te uiten. Amusant waren de woorden die de gemeente Haarlemmermeer gebruikte om toe te lichten waarom zij weigerde aan de site mee te werken. „In onze gemeente streven wij een klantgerichte en dienstverlenende aanpak na”, liet een woordvoerder weten. „Wij vinden niet dat onze inwoners, bedrijven en instellingen klagen, en zien hun reacties juist als een zeer leerzame ervaring. De klant staat voor ons centraal en daar past dit initiatief voor ons niet in.” Hoezo, ironisch?
De reactie van de gemeente Haarlemmermeer schetst het probleem in een notendop: de overheid is zo gefixeerd op klantgerichtheid, dat zij vergeet dat burgers altijd burgers blijven.
De overheid zou er goed aan doen zich te bevrijden uit de houdgreep die klantdenken heet. Anders zal de overheid niet beter gaan functioneren. Immers, de dienstverlening van de overheid kan niet verbeteren zonder daar het gedrag van burgers bij te betrekken. Vuilniszakken moeten nu eenmaal op gezette tijden buiten gezet worden, op de weg mag niet te hard gereden worden en voordat een dakkapel gebouwd mag worden, moeten omwonenden in de gelegenheid gesteld worden om bezwaar aan te tekenen.
Het is nodig om het debat over de rol van de burger in een democratie aan te gaan. Dat is in eerste instantie een zaak van burgers onderling. Want juist bij regelgeving, de core business van overheden, dient de rol van de burger centraal te staan. Niet centraal in de zin van ‘wat wil ik?’, maar centraal in de zin van ‘wat vinden andere burgers van wat ik wil?’. Die laatste vraag is nu zodanig in bezwaarprocedures geformaliseerd, dat niet meer de buurman maar de overheid de kwaaie pier is. De overheid zal zich erbij moeten neerleggen, dat ze in haar rol als scheidsrechter nooit de populariteitsprijs kan winnen. Investeer in burgerschap. Dan blijven de klanten uiteindelijk weg.
En zo ziet die burgerwoede eruit, van Almelo tot Zuidhorn
Lelystad, 12 juni 2006. Een 59-jarige man slaat op een zondagochtend 42 ruiten van het stadhuis kapot. Hij heeft een conflict met de gemeente. De schade wordt geraamd op 25.000 euro. Op de website lastvandeburger.nl toont een burger, H. Timmermans, begrip. Afgelopen zomer was hij in hetzelfde stadhuis. Toen was „alles gesloten” en was „niemand bereikbaar”. Timmermans belooft geen ruiten in te gooien, maar zou zich „als ambtenaar van Lelystad toch diep, diep schamen voor dit vertoon van desinteresse voor de burgers.”
Zuidhorn, 3 november 2006. De gemeente van Zuidhorn heeft haar handen vol aan een ‘serieklaagster’. De vrouw stuurt in 2006 liefst 45 brieven, belt soms wel vijf keer per dag en loopt de deur van het gemeentehuis plat. „Er zit haar blijkbaar nogal wat dwars”, constateert wethouder Jan Oomkes. De ambtenaren komen door het geklaag nauwelijks aan hun werk toe. Bij hoge uitzondering is met haar afgesproken dat ze alleen op maandagochtend nog mag klagen.
Den Bosch, 22 februari 2008. Een antikraakpand, dat de gemeente in gebruik had willen nemen als hostel voor drugsverslaafden, brandt tot de grond toe af. De politie gaat er vanuit dat de brand is aangestoken. „Als de overheid nou eens één keer zou luisteren, dan was dit nooit gebeurd”, schrijft bewoner Mick op de website van Omroep Brabant. Daags na de brand gaat het gemeentebestuur op de knieën. Er is niet goed overlegd met de bewoners, geeft het college toe. Het plan voor de hostels zou „te snel zijn doorgedrukt.”
Almelo, 16 juni 2008. De 41-jarige eigenaar van Grand Café De Rechter steekt zijn auto voor het stadhuis in brand. Met twee geladen pistolen loopt hij naar binnen en neemt de wethouder in gijzeling. De man is woedend over het plan van de gemeente om zijn café te sluiten. Op de website van zijn café ontvangt hij steunbetuigingen. „Ik begrijp volkomen waarom de eigenaar is doorgedraaid. De gemeente speelt met emoties”, schrijft Marco. „Ik hoop dat hij een lichte straf krijgt en dat de gemeente en de wethouders eens een keertje nadenken in hun eigen tijd.”

Reacties van burgers op klachten van ambtenaren, gepost op lastvandeburger.nl
Hoe durf je te klagen over je klanten, de mensen die je salaris betalen?”
Ik betaal voor de speeltuin, dan mag ik toch doen alsof hij van mij is?”
Het is de ambtenaar die dankbaar moet zijn, het is nog altijd de burger die met de belasting het salaris betaalt van deze ‘serviceverlener’.”
Als ambtenaar werk je voor het bedrijf de overheid. Met de burgers als klant. Jullie horen marktonderzoek te doen naar wat de burger wil.”
Steven de Jong is redacteur van NRC Handelsblad en oprichter van de website lastvandeburger.nl. Het debat op lastvandeburger.nl is nu gesloten. De resultaten van deze briefwisseling tussen burgers en ambtenaren heeft hij verwerkt in het boek 'De Lastige Burger - Dienstverlening in een tijd van ontbrekend burgerschap' (Van Duuren, 2008). Aan dit onderzoek heeft bestuurskundige Albert Jan Kruiter meegewerkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten