zondag 7 november 2010

VIA 2

Medio augustus van dit jaar schatte de Amerikaanse regering dat het nog 'rond een jaar of misschien langer' zou duren eer Iran over een kernwapen zou beschikken. Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt.
Opnieuw, laten we de logica op deze bewering loslaten. We hebben hier te maken met een schatting dat 'rond een jaar of misschien langer... Iran over een kernwapen zou beschikken.' Let u op:'zou' dus. Dan: 'rond een jaar of misschien langer', ook de tijdsduur is dus onzeker. Ondanks al deze onzekerheden is zijn stellige conclusie:
Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt.
Dat kan dus niet. Deze bewering is op teveel onzekerheden gebouwd om legitiem te kunnen zijn. Zowel Van Walsum als de NRC hebben dit niet door, of verzwijgen het.
Dan dit:
Nederland zou er beter aan doen zich vast te verdiepen in de vraag of die interventie Nederlands politieke steun verdient.
Allereerst is het begrip 'interventie' onjuist voor een besluit dat naar alle waarschijnlijkheid volgens Van Walsum zelf illegaal zal zijn, aangezien hij schrijft:
Russische èn Chinese steun voor een daartoe machtigende Veiligheidsraadsresolutie lijkt nauwelijks denkbaar, dus de interventie zal hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden zonder mandaat van de Veiligheidsraad.
Het zal dus geen 'interventie' zijn, maar een oorlogsmisdaad, een agressieoorlog die zoals we weten tijdens de Neurenbergse Processen illegaal is verklaard. Waarom noemt Peter Van Walsum een agressieoorlog een 'interventie'? De reden is simpel, net als Wilders en elke modale boef heeft Van Walsum lak aan het recht zodra het hem niet uitkomt. Het recht is slechts instrumenteel voor dit slag mensen, alleen als men er zelf beter van wordt kan het recht gehandhaafd blijven. De vraag is nu: waar berust deze barbaarse mentaliteit van de Van Walsum's in de wereld precies op?


En over de oorlogsmisdaden, de boycot die voor de inval in Irak plaatsvond het volgend.


Ondanks het feit dat deze terreur in strijd was met elementaire regels van het internationaal recht verdedigde Van Walsum tegenover de Australische onderzoeksjournalist John Pilger deze wreedheden als volgt:


In December 1999 John Pilger asked Peter van Walsum, Chairman of the UN Sanctions Committee to explain why Iraq is still being subjected to economic sanctions.

John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?
Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure.
JP: But who do they hurt?
PW: Well, this, of course is the problem, but with military action, too, you have the eternal problem of collateral damage...
JP: What do you say to those who describe sanctions that have caused so many deaths as 'weapons of mass destruction' as lethal as chemical weapons?
PW: I don't think that's a fair comparison.
JP: Aren't the deaths of half a million children mass destruction?
PW: I don't think you can use that argument to convince me.

Voor Peter van Walsum gold het vermoorden van een half miljoen Irakse kinderen onder de vijf jaar als gevolg van onder andere zijn eigen sanctiebeleid niet als een 'argument om me te overtuigen' dat dit beleid ogenblikkelijk gestopt moest worden. De Amerikanen hadden deze politiek uitgestippeld en als een ware Schreibtischmörder voerde Van Walsum de opdracht uit met een kadaverdiscipline waar Eichmann bewondering voor zou hebben gehad. Duidelijk is dat deze Nederlandse oud-topdiplomaat meent dat westerse politici het recht mogen schenden zodra er een 'probleem' ontstaat. Geen enkele jurist ter wereld zal publiekelijk verklaren dat men het recht mag schenden wanneer het hem of haar zo uitkomt. Peter van Walsum doet dit wel. Zijn standpunt is in wezen misdadig, maar verklaart wel waarom hij een 'genocidaal'beleid twee jaar lang zonder enige gewetenswroeging kon uitvoeren, ondanks het feit dat volgens de Verenigde Naties zelf meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar door de santies om het leven was gekomen. Desondanks, of misschien wel juist daardoor was in de ogen van twee NRC-journalisten Van Walsum 'het beste dat Nederland in huis heeft,'en'twee jaar lang het visitekaartje in het buitenland [is] geweest.




Met wat voor soort iemand hebben we te maken die stelt dat de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen één van de 'curative measures' is, dus één van de 'heilzame maatregelen'? Wat voor mens rechtvaardigt de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen met het eufemisme 'collateral damage', dus'bijkomende schade.'


Laten we eerst het begrip 'collateral damage' analyseren. Is hier sprake van 'bijkomende schade'? Bijkomend bij wat? Het geproclameerde doel was Saddam Hoessein kalt te stellen, maar volgens VN-autoriteiten zelf brachten de sancties 13 jaar lang geen wezenlijke 'schade' toe aan het regime van de dictator. Integendeel zelfs, Saddam en zijn zoons lieten talloze paleizen erbij bouwen, en zijn bendeleden leefden in weelde. Het was alleen de bevolking die zwaar leed onder de sanctieterreur, zoals ook ik van nabij kon constateren in het grote kinderziekenhuis in Bagdad. In 1995 zag ik daar een zaal vol kinderen sterven aan de gevolgen van de westerse inzet van verarmd uranium-wapens. Omdat het Westen een boycot van Irak had bewerkstelligd was er voor deze kinderen, die aan verschillende vormen van kanker stierven, geen pijnstillers en geen medicijnen om de de gevolgen van kanker te verzachten of te bestrijden. De artsen van het ziekenhuis deden een beroep op mij om bij terugkeer in het beschaafde Westen burgers te mobiliseren tegen deze misdaad. Ik heb als journalist gedaan wat ik kon, besteedde er bij de VPRO Radio aandacht aan, maar kreeg geen respons. Men nam het voor kennisgeving aan. De enige die ooit reageerde, was mijn collega Rudie van Meurs die opmerkte dat het een schandaal was dat de westerse politiek dit accepteerde. Ik heb er daarna regelmatig aandacht aan besteed, maar niets.


Het eufemisme 'bijkomende schade' is een propagandabegrip waarachter terreur schuilgaat. Er was namelijk geen enkele sprake van 'collateral damage', maar van collectieve bestraffingvan Irakese burgers, 'collective punishment' zoals de VN-autoriteit Dennis Halliday, uitvoerder ter plaatse van deze politiek, terecht verklaarde nadat hij uit protest was opgestapt. Collectieve bestraffing van een burgerbevolking is een oorlogsmisdaad. Met andere woorden: Peter van Walsum rechtvaardigt een oorlogsmisdaad met het begrip 'bijkomende schade', alsof het hier een per ongeluk afgezwaaide bom betreft die een tiental slachtoffers maakt en niet een bewust geplande genocidale politiek, die tenminste een half miljoen Irakese kinderen vernietigde, zoals Halliday en de VN zelf aantoonden. Met andere woorden: Peter van Walsum rechtvaardigt terreur en kan als zodanig zelf gezien worden als een terrorist, dat wil zeggen uitgaande van het Amerikaanse Leger-handboek dat terrorisme aldus formuleert: 'het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.' Neerlands voormalige 'topdiplomaat'is een aanhanger van de ideologie van de Pruisische generaal Von Clausewitz die stelde dat oorlog 'niets anders [is] dan een voortzetting van het politiek verkeer met andere middelen'. Het is deze leer die de verschrikkingen van onder andere de Tweede Wereldoorlog mogelijk maakte, maar die voor Van Walsum toch niets van zijn aantrekkelijkheid verloren heeft. En dan krijgt men onherroepelijk dit misdadige antwoord op de volgende vraag van John Pilger:
Aren't the deaths of half a million children mass destruction?
Peter van Walsum: I don't think you can use that argument to convince me.
Daarom nogmaals: met wat voor mens hebben we hier te maken?


Dit zijn zo wat stukjes uit het veel langere artikel: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2010/11/peter-van-walsum-oud-diplomaat-33.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten